In het restaurant van Nicolaas in Lutjebroek geeft Isa Ruitenberg haar oma Truus een knuffel. Isa’s dienst zit er net op. En haar oma? Die begint straks aan haar vrijwilligersdienst. “Ik ben al twintig jaar vrijwilliger. Vijf avonden in de week help ik bij het eten op afdeling De Gouw, waar mensen met dementie wonen.”
“Op die afdeling hebben oma en ik vier jaar samengewerkt”, vertelt Isa, die als klein meisje al meeging naar Nicolaas. “Mijn moeder heeft nog in de flexpool gewerkt. En nu werk ik hier zelf. Op mijn allereerste stagedag belandde ik bij toeval op afdeling De Gouw. Bij mijn oma. Tijdens mijn opleiding tot verzorgende IG heb ik hier gewerkt als leerling en later als vakantiekracht. Na mijn opleiding kon ik een vast contract krijgen bij Nicolaas.”Truus: “Ik zei: ‘Meid, je blijft wel op deze afdeling hoor!’”Isa: “Daar heb ik nooit spijt van gehad. Bij De Gouw zijn we één team en we omarmen iedereen: collega’s, vrijwilligers, leerlingen, stagiairs. Het leukste aan de zorg is om het samen te doen. En het is helemaal speciaal om samen met je oma te werken. Nieuwe collega’s hebben we weleens voor de gek gehouden. Dan zei ik: ‘Hoi oma!’ Dan zag je de collega kijken: zoiets zeg je toch niet? Maar dan vertelde ik dat ze echt mijn oma is.”
Vandaag is Truus van vijf tot half tien op De Gouw. “Ik doe van alles. Tafel dekken, opscheppen, mensen helpen eten, opruimen.”“Dat is zo fijn”, vindt Isa. “Dankzij de ondersteuning van vrijwilligers hebben wij meer tijd voor andere taken. Medicatie voorbereiden, een rondje lopen met een onrustige bewoner. De avond loopt soepeler, met meer rust in de huiskamer. Een collega zei laatst: ‘Bij je oma voelt het voor de mensen of ze thuiskomen.’ Oma weet soms nog meer van de bewoners dan wij. En wat ik heel bijzonder vind: oma kiest soms uit zichzelf een benadering die wij hebben opgenomen in het omgangsadvies. Zo is er een bewoner die soms onbegrepen gedrag vertoont. We kwamen erachter dat dat vaak gebeurt bij het woord ‘moeten’. Maar jij gebruikte dat woord al nooit bij hem, oma. Jij zegt ‘mag’ of ‘wil’.”“Tja, dat gaat vanzelf ”, aldus Truus, die ook privé met dementie te maken kreeg. “Mijn man had alzheimer. Toen ik hem niet meer alleen thuis kon laten, kwam hij met me mee naar De Gouw. Hij kende ook veel bewoners van vroeger. Vier jaar geleden is hij overleden. Ik ben nu allenig. Daarom vind ik het niet erg om vijf avonden weg te zijn. En trouwens, dat ben ik wel gewend uit mijn werk in de horeca. Ik heb jaren in het Wapen van Grootebroek gewerkt.”
Truus is graag bezig. Ook op haar 76e. “Ik ben nog lang niet van plan te stoppen. Al vind ik het wel jammer dat Isa hier sinds kort niet meer werkt.” In september is Isa verhuisd naar afdeling Lutjeborg. “Ik ben gestart met de opleiding tot verpleegkundige. Dan is het beter dat je op een nieuwe afdeling start, waar collega’s je weer als leerling zien. Dat snap ik wel. Al was ik het liefst bij De Gouw gebleven. Bij oma. Maar nu fiets ik na mijn dienst vaak even bij haar thuis langs.”
Tot slot: hoe vindt Truus dat haar kleindochter het doet? “Perfect! Hoe je alles regelt met de pillen, de praatjes die je maakt met bewoners. Of soms werk je een collega in die twee keer zo oud is. Knap hoor! En je geeft zelfvertrouwen aan de mensen. Ik ben heel trots op je.”
Stuur een bericht via het